Mirna liep een beetje rond. Ze was best wel moe maar uit angst voor slechte vossen durfde ze niet te gaan slapen. Gelukkig zag ze een mooi hol, het hol lag een beetje verborgen onder het gras.
Mirna ging er in, zo te ruiken waren er geen vossen kort geleden hier ingetrokken. Mirna vond het veilig genoeg. Ze besloot om te gaan slapen. Opeens werd ze weer wakker. Ze voelde lichte schokken, opeens wist ze wat er aan de hand was, het hol stond op instorten. Mirna rende naar de uitgang maar die stortte in. Mirna kon geen kant meer op. Toen besloot ze maar te gaan graven.
Ze groef zo snel als ze kon; en het lukte; net toen ze een uitgang had gegraven stortte het hol helemaal in. Mirna klom er net op tijd er uit. Nou dat hol is er niet meer. Zei ze tegen zichzelf. Toen besloot ze maar om wat verder te lopen, om eerlijk te zijn had ze geen zin meer in slapen. Ze zal maar wat gaan jagen.